Summary
English to Dutch:   more detail...
  1. plentiful:


English

Detailed Translations for plentiful from English to Dutch

plentiful:


Translation Matrix for plentiful:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- ample; bountiful; copious; plenteous; rich
OtherRelated TranslationsOther Translations
- abundant; rich

Related Words for "plentiful":

  • plentifully

Synonyms for "plentiful":


Related Definitions for "plentiful":

  1. affording an abundant supply1
    • food is plentiful1
  2. existing in great number or quantity1
    • rhinoceroses were once plentiful here1
  3. producing in abundance1
    • a plentiful year1

Wiktionary Translations for plentiful:

plentiful
adjective
  1. groot in aantal
  2. het gewone of de maat overschrijdend

Cross Translation:
FromToVia
plentiful overvloedig; rijkelijk; abundant; rijk; uitbundig; volop; weelderig; welig abondant — Qui abonder, qui dépasse nettement en quantité ce qui est suffisant.
plentiful abundant; overvloedig; rijk; uitbundig; volop; weelderig; welig; breedvoerig; groot; royaal; ruim; uitgestrekt; slobberig; breed; wijd; omvangrijk; uitgebreid; veelomvattend ample — Qui dépasser en largeur et en longueur la mesure ordinaire.
plentiful abundant; overvloedig; rijk; uitbundig; volop; weelderig; welig copieux — Qui est abondant, qui est nombreux et disponible.
plentiful abundant; overvloedig; rijk; uitbundig; volop; weelderig; welig; breedvoerig; groot; royaal; ruim; uitgebreid; uitgestrekt; wijd; slobberig; breed; omvangrijk; veelomvattend large — Qualifie un corps considérer dans l’extension qu’il a d’un de ses côtés à l’autre, lorsqu'on parle de sa plus petite longueur, par opposition à long.
plentiful abundant; overvloedig; rijk; uitbundig; volop; weelderig; welig plantureux — Qui est large, copieux, abondant, profus.