Summary
English to Dutch: more detail...
-
fair enough:
-
Wiktionary:
fair enough → heel goed
fair enough → maakt niet uit
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for fair enough from English to Dutch
fair enough: (*Using Word and Sentence Splitter)
- fair: kermis; eerlijk; fair; geschikt; redelijk; billijk; schappelijk; blond; rondborstig; fideel; trouwhartig; redelijke; behoorlijke; tamelijke; relatief; betrekkelijk; rechtschapen; vrij; open; oprecht; openhartig; ronduit; vrijuit; onomwonden; vrijelijk; onverholen; onbewimpeld; deugdzaam; zedig; eerzaam; goudblond; kermisterrein
- enough: genoeg; basta; voldoende; toereikend; bevredigend; sufficiënt; genoegzaam; beu
Wiktionary Translations for fair enough:
fair enough
Cross Translation:
interjection
-
very well
- fair enough → heel goed
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fair enough | → maakt niet uit | ↔ qu’à cela ne tienne — peu importer ; cela ne doit pas être un obstacle. |