English
Detailed Translations for sharp pain from English to Dutch
sharp pain: (*Using Word and Sentence Splitter)
- sharp: scherp; spits; bijdehand; raak; gevat; adrem; snedig; scherpgerand; vlijmscherp; vlijmend; gemeen; stiekem; sluw; achterbaks; geslepen; geraffineerd; geniepig; listig; leep; slinks; doortrapt; gewiekst; snood; uitgekookt; gehaaid; gluiperig; toegespitst; messcherp; spitsig; spitsvormig; slim; kien; schril; snijdend; op afgebeten toon; intelligent; pienter; schrander; kwaad; bitter; giftig; woedend; puntig; uitgeslapen; nijdig; zeer boos; scherp gepunt; snugger
- pain: pijn; leed; zeer; nood; grief; kwelling; verschrikking; agonie; torment
Spelling Suggestions for: sharp pain
Wiktionary Translations for sharp pain:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• sharp pain | → steek | ↔ élancement — 2 |
External Machine Translations: