Summary
English to Dutch: more detail...
-
ready to switch on:
-
Wiktionary:
ready to switch on → bedrijfsklaar
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for ready to switch on from English to Dutch
ready to switch on: (*Using Word and Sentence Splitter)
- ready: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; voltooid; geëindigd; afgedaan; beëindigd; gepleegd; paraat; gedaan; gereed; gaar; doorgekookt; soepel; meegaand; gewillig; toegeeflijk; inschikkelijk; gedwee; toegevend; welwillend; bereidwillig; bereidvaardig
- to: tot; totdat; tot bij; aan; naar; toe; naar toe; bij; erbij; erop; ergens naartoe; tot aan; ertoe; ten; ten strijde; te; ernaar; tot en met; t/m
- switch: ruilen; wisselen; omruilen; omwisselen; inwisselen; verruilen; schakelaar; schakelknop; veranderen; wijzigen; afwisselen; herzien; verwisselen; schakelen; naar een andere versnelling overgaan; wissel; invaller; wisselspeler; knop; lichtknop; wisselaar; verwisseling; omwisseling; omruil; verruiling; omschakelaar; stroomwisselaar; spoorwegwissel; schakeloptie; switch
- on: aan; bij; erbij; erop; ten behoeve van; ten; ten tonele
Wiktionary Translations for ready to switch on:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ready to switch on | → bedrijfsklaar | ↔ einschaltbereit — bereit zum Start eines bestimmten Betriebszustandes |
External Machine Translations: