Summary
English to Dutch: more detail...
-
two-throw switch:
-
Wiktionary:
two-throw switch → wisselschakelaar
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for two-throw switch from English to Dutch
two-throw switch: (*Using Word and Sentence Splitter)
- two: twee; paar; koppel; twee stuks; tweetal; twee personen; getweeën; met zijn tweeën
- throw: gooien; slingeren; gooi; worp; handeling van gooien; smijten; neergooien; op de grond gooien; naar beneden gooien
- switch: ruilen; wisselen; omruilen; omwisselen; inwisselen; verruilen; schakelaar; schakelknop; veranderen; wijzigen; afwisselen; herzien; verwisselen; schakelen; naar een andere versnelling overgaan; wissel; invaller; wisselspeler; knop; lichtknop; wisselaar; verwisseling; omwisseling; omruil; verruiling; omschakelaar; stroomwisselaar; spoorwegwissel; switch; schakeloptie
Wiktionary Translations for two-throw switch:
two-throw switch
noun
-
een schakelaar met drie contacten