English
Detailed Translations for workroom from English to Dutch
workroom: (*Using Word and Sentence Splitter)
- work: taak; inspanning; werkzaamheid; ambacht; werken; arbeiden; werk; vak; beroep; leven; optreden; handelen; opereren; manipuleren; te werk gaan; procederen; werkzaam zijn; uit werken gaan; arbeid; job; karwei; wrochten; bezigheid; werkzaamheden; ageren
- room: vertrekken; kamer; vertrek; ruimte in een gebouw; zaal; grote kamer; hotelkamer; ruimte; aparte vergaderruimte
- Work: Werk
workroom:
Translation Matrix for workroom:
Other | Related Translations | Other Translations |
- | factory premises |