English
Detailed Translations for take hostage from English to Dutch
take hostage: (*Using Word and Sentence Splitter)
- take: nemen; pakken; ophalen; meenemen; afnemen; afhalen; wegnemen; weghalen; hanteren; gebruik maken van; bezigen; innemen; medicijn innemen; gebruiken; toepassen; benutten; aanwenden; aangrijpen; stelen; plunderen; ontnemen; pikken; kapen; vervreemden; toeëigenen; verduisteren; jatten; inpikken; roven; ontfutselen; ontvreemden; wegkapen; benemen; verdonkeren; gappen; snaaien; wegpakken; verdonkeremanen; achteroverdrukken; wegpikken; leegstelen; aannemen; accepteren; aanvaarden; cadeau aannemen; aanpakken; ingrijpen; grijpen; zich bedienen; toetasten; toegrijpen; winst; baat; profijt; gewin; naartoe brengen; utiliseren; verstouwen; verstuwen; bezetten
- hostage: gijzeling; lijfsdwang; gegijzelde
Wiktionary Translations for take hostage:
take hostage
verb
take hostage
-
take custody or possession of a person as security for performance against a treaty, a pledge, or a demand, especially now an extra-legal demand
- take hostage → gijzelen
verb
-
iemand gevangen nemen om daarmee een losprijs te bedingen