Summary
English to Dutch: more detail...
-
accrue:
-
Wiktionary:
accrue → verhogen, groeien
accrue → meer gaan betalen, opslag geven, groeien, aangroeien, stijgen, toenemen, vergroten, vermeerderen, uitbouwen, uitbreiden, gedijen, wassen, aanwassen, buitmaken, behalen, verkrijgen, verwerven, aanbrengen, werven, aanwerven, verdienen, winnen, groter worden, aandikken, verdikken, dik worden, zich verdikken, afstammen, het gevolg zijn van, ontspruiten, voortkomen - User Contributed Translations for accrue:
toenemen -
Synonyms for "accrue":
increase
fall; change hands; change owners
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for accrue from English to Dutch
accrue:
Translation Matrix for accrue:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | fall |
Synonyms for "accrue":
Related Definitions for "accrue":
Wiktionary Translations for accrue:
accrue
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• accrue | → meer gaan betalen; opslag geven; groeien; aangroeien; stijgen; toenemen; vergroten; vermeerderen; uitbouwen; uitbreiden; gedijen; wassen; aanwassen | ↔ augmenter — rendre une quantité plus grande. |
• accrue | → buitmaken; behalen; verkrijgen; verwerven; aanbrengen; werven; aanwerven; verdienen; winnen | ↔ gagner — Traductions à trier suivant le sens |
• accrue | → gedijen; groeien; toenemen; wassen; aanwassen; groter worden | ↔ grandir — intransitif|fr devenir plus grand. |
• accrue | → groeien; aangroeien; toenemen; aandikken; verdikken; dik worden; zich verdikken | ↔ grossir — rendre gros, plus ample, plus volumineux. |
• accrue | → afstammen; het gevolg zijn van; ontspruiten; voortkomen | ↔ provenir — procéder, venir, dériver, résulter. |
User Contributed Translations:
Word | Translation | Votes |
---|---|---|
accrue | toenemen | 5 |
External Machine Translations: