Home ->Dictionaries ->English/Dutch ->Translate apparatus

Translate apparatus from English to Dutch

Summary

English to Dutch: more detail...

apparatus:
- apparaat; toestel
Wiktionary:
- apparatus → apparaat, toestel

English

Detailed Translations for apparatus from English to Dutch

apparatus:

apparatus [the ~] noun

the apparatus (machine; device; appliance)
het apparaat; de toestel
- apparaat [het ~] noun
- toestel [de ~ (m)] noun

Translation Matrix for apparatus:

Noun	Related Translations	Other Translations
apparaat	apparatus; appliance; device; machine	device
toestel	apparatus; appliance; device; machine
-	setup

Related Words for "apparatus":

apparatuses, apparatus, apparatus

Synonyms for "apparatus":

setup; equipment
body part

Related Definitions for "apparatus":

equipment designed to serve a specific function¹
(anatomy) a group of body parts that work together to perform a given function¹
- the breathing apparatus¹

Wiktionary Translations for apparatus:

apparatus

noun

bureaucratic organization
- apparatus → apparaat
assortment of tools or instruments
- apparatus → apparaat
complex machine or instrument
- apparatus → apparaat

apparatus

noun

een werktuig dat uit meer dan één onderdeel bestaat
- toestel → apparatus; device

Related Translations for apparatus

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University