Summary
English to Dutch: more detail...
-
backbite:
-
Wiktionary:
backbite → lasteren, vals beschuldigen, belasteren, kwaadspreken, roddelen -
Synonyms for "backbite":
complain; kick; plain; sound off; quetch; kvetch
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for backbite from English to Dutch
backbite: (*Using Word and Sentence Splitter)
- back: rug; leuning; rugleuning; rugzijde; terug; achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; achterkant; achterzijde; opkomen voor; weder; weerom; weer; opnieuw; nogmaals; wederom; back; andermaal; achterspeler; helpen; ondersteunen; bijstaan; assisteren; bijspringen; weldoen; seconderen; vroeger; voorheen; eertijds; voormaals; financieren
- bite: hap; snap; in een hap en een snap; happen; toehappen; toebijten; dichtbijten; toesnauwen; snerpen; aanbijten; knauw; mondvol
- Back: Terug
backbite:
Translation Matrix for backbite:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | bitch | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | slander |
Synonyms for "backbite":
Related Definitions for "backbite":
Wiktionary Translations for backbite:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• backbite | → lasteren; vals beschuldigen; belasteren; kwaadspreken; roddelen | ↔ calomnier — attaquer, blesser quelqu’un par des calomnies. |
• backbite | → belasteren; kwaadspreken; roddelen | ↔ diffamer — décrier, chercher à déshonorer, à nuire à la réputation par ses paroles ou par ses écrits. |