Summary
English to Dutch: more detail...
-
business district:
The word business district exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "business district":
downtown; city district
-
Synonyms for "business district":
English
Detailed Translations for business district from English to Dutch
business district: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Business: Werk
- business: zaken; aangelegenheden; affaires; bedrijf; onderneming; firma; zaak; geval; kwestie; aangelegenheid; affaire; bedrijfsleven; handel; commercie; maatschappij; vennootschap; coöperatie; maatschap; handelshuis; handelsbedrijf; kleine onderneming; winkelbedrijf; gebeurtenis; feit; voorval; incident; waar; koophandel; koopwaar; handelswaar; klandizie; nering
- busy: druk; bezet; drukbezet; bezig; actief; bedrijvig
- district: buurt; centrum; wijk; plein; woonwijk; buitenwijk; stadsdeel; sectie; stadswijk; stadskwartier; handelswijk; plaats; gebied; regio; streek; gewest; oord; gouw; landstreek; provincie; ressort; rechtsgebied; rijksonderdeel; district; terrein; zone; gordel; territorium; hoek; kanton; rayon; rayon van een bedrijf
business district:
Translation Matrix for business district:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | city center; downtown | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | city centre |