Summary
English to Dutch: more detail...
-
candymaker:
The word candymaker exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "candymaker":
confectioner; maker; shaper
-
Synonyms for "candymaker":
English
Detailed Translations for candymaker from English to Dutch
candymaker: (*Using Word and Sentence Splitter)
- candy: snoep; zoetigheid; snoepjes; lekkers; konfijten; schat; schatje; lieve; liefste; liefje; poepje; schattebout; snoes; scheetje; duifje; beminde; kandij; snoepgoed; zoeten; zoetmaken; suikergoed; suikerwerk; versuikeren
- maker: auteur; maker; schepper; voortbrenger; fabrikant; producent; vervaardiger; creator
candymaker:
Translation Matrix for candymaker:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | confectioner |