English
Detailed Translations for closed chain from English to Dutch
closed chain: (*Using Word and Sentence Splitter)
- close: afsluiten; dichtdoen; sluiten; toedoen; toemaken; dichtmaken; toetrekken; gelijk; vlak; strak; glad; plat; egaal; effen; geslepen; vlakuit; benauwd; muf; drukkend; bedompt; gehecht; verknocht; stoppen; dichten; dichtstoppen; dichtgaan; toevallen; dichtvallen; zich sluiten; eindig; vergankelijk; voorbijgaand; toedraaien; ternauwernood; rakelings; dichtbij; vlakbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen
- closed: dicht; gesloten; toe; afgesloten; dicht zijn; geloken
- chain: ketting; keten; boei; kluister; aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; binden; boeien; kluisteren; ketenen; snoer; serie; rij; reeks; aaneenschakeling; halsketting; halssnoer; kettinkje; winkelketen; vastleggen; vastketenen; vastkluisteren; cyclus; kabel; kabeltouw; scheepskabel; samenvoeging; samentrekking; grootwinkelbedrijf; scheepstouw
closed chain:
Translation Matrix for closed chain:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | ring |
Synonyms for "closed chain":
Antonyms for "closed chain":
Related Definitions for "closed chain":
closed-chain:
Translation Matrix for closed-chain:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | closed-ring |
Synonyms for "closed-chain":
Related Definitions for "closed-chain":
External Machine Translations: