Summary
English
Detailed Translations for evenfall from English to Dutch
evenfall: (*Using Word and Sentence Splitter)
- even: zelfs; gelijk; vlak; strak; glad; plat; egaal; effen; geslepen; vlakuit; even; van getal; pas; net; juist; zojuist; daarnet; zonet; egaliseren; gelijkmaken; effenen; gladmaken; quitte
- fall: vallen; sterven; overlijden; doodgaan; wegvallen; omkomen; bezwijken; sneuvelen; inslapen; heengaan; onderuitgaan; op zijn bek gaan; ten val komen; herfst; najaar; flikkeren; kiepen; tuimelen; kieperen; afname; daling; val; terugloop; minder worden; landing; zakken; kelderen; raken; treffen; terechtkomen; achteruitgang; inzinking; vermindering; teruggang; ondergaan; ten ondergaan; te gronde gaan; herfsttijd; prijsverlaging; prijsdaling; deflatie; baisse; sodemieteren; instorting; neervallen; erin vallen
evenfall:
Translation Matrix for evenfall:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | crepuscle; crepuscule; dusk; fall; gloam; gloaming; nightfall; twilight |