English
Detailed Translations for face up from English to Dutch
face up: (*Using Word and Sentence Splitter)
- face: gezicht; gelaat; aangezicht; vlak; gevel; voorzijde; voorgevel; pui; trotseren; hoofd bieden; snuit; snoet; bakkes; tronie; porum; ponum; confronteren; onder ogen zien; bek; muil; smoel; waffel; smoelwerk; voorkant; front; tater; facie; letterbeeld
- up: op; naar boven; bij; erbij; erop; aan; druk; geanimeerd; drukpratend; omhoog; opwaarts; naar boven toe
face up:
Translation Matrix for face up:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | confront; face |