English
Detailed Translations for gain vigor from English to Dutch
gain vigor: (*Using Word and Sentence Splitter)
- gain: verkrijgen; behalen; winnen; leren; opsteken; oppikken; kennis opdoen; meekrijgen; meepikken; product; opbrengst; rendement; uitkomst; oogst; voortbrengsel; winst; baat; profijt; gewin; verwerven; boodschap; aankoop; koop; acquisitie; aanschaf; aanwinst; aangekochte; inhalen; inlopen; gewinnen; aankomen; dikker worden; zwaarder worden
- vigor: sterkte; kracht; energie; moed; dynamiek; stevigheid; dapperheid; voortvarendheid; felheid; krachtdadigheid; fiksheid; flinkheid; koenheid; kranigheid; fermheid; onversaagdheid; forsheid
gain vigor:
Translation Matrix for gain vigor:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | percolate; perk; perk up; pick up |