Summary
English
Detailed Translations for gather up from English to Dutch
gather up: (*Using Word and Sentence Splitter)
- gather: verzamelen; vergaren; bijeenzoeken; samenkomen; bijeenkomen; inzamelen; bundelen; verenigen; plukken; oogsten; binnen halen; oppakken; oppikken; oprapen; opsnappen; harken; inwinnen; trachten te krijgen; samenpakken; samenrapen; bijeen scharrelen; bijeenrapen; bijeen krijgen; bij elkaar vegen
- up: op; naar boven; bij; erbij; erop; aan; druk; geanimeerd; drukpratend; omhoog; opwaarts; naar boven toe
gather up:
Translation Matrix for gather up:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | call for; collect; lift up; pick up | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | gather |