Summary
English
Detailed Translations for get a line from English to Dutch
get a line: (*Using Word and Sentence Splitter)
- get: halen; pakken; opdoen; oplopen; onverlangd krijgen; binnenhalen; binnenbrengen; begrijpen; inzien; snappen; met het verstand vatten; opdonderen; ophoepelen; opkrassen; inrukken; oplazeren
- A: EVERYONE; A
- a: een; eentje
- line: regel; schriftlijn; lijn; streep; linie; lijnen; file; rij; streepje; lijntje; colonne; lint; afzetlint; politielint; gelid; contact; aansluiting; verbinding; connectie; strepen; koord; strepen trekken; belijnen; liniëren; van lijnen voorzien; kordon
get a line:
Translation Matrix for get a line:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | discover; find out; get wind; get word; hear; learn; pick up; see |