Summary
English to Dutch:   more detail...
  1. gingerbread:
  2. Wiktionary:


English

Detailed Translations for gingerbread from English to Dutch

gingerbread:

gingerbread [the ~] noun

  1. the gingerbread (honey cake; spiced gingerbread)
    de ontbijtkoek; de snijkoek
  2. the gingerbread
    de peperkoek
  3. the gingerbread
    de gemberkoek
  4. the gingerbread (spiced gingerbread; honey cake)
    de kruidkoek
  5. the gingerbread (spiced gingerbread; honey cake)
    de honingkoek

Translation Matrix for gingerbread:

NounRelated TranslationsOther Translations
gemberkoek gingerbread
honingkoek gingerbread; honey cake; spiced gingerbread
kruidkoek gingerbread; honey cake; spiced gingerbread
ontbijtkoek gingerbread; honey cake; spiced gingerbread
peperkoek gingerbread
snijkoek gingerbread; honey cake; spiced gingerbread

Synonyms for "gingerbread":


Related Definitions for "gingerbread":

  1. cake flavored with ginger1

Wiktionary Translations for gingerbread:

gingerbread
noun
  1. voeding|nld een baksel uit de oven met als belangrijkste ingrediënt deeg. Er zijn veel varianten, bijvoorbeeld met chocola, rozijnen of glazuur
  2. een zoete koek die gekruid is met peper

Related Translations for gingerbread