Summary
English to Dutch: more detail...
-
good living:
The word good living exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.
English
Detailed Translations for good living from English to Dutch
good living: (*Using Word and Sentence Splitter)
- good: goed; artikel; zaak; ding; voorwerp; object; item; leuk; fijn; aangenaam; prettig; plezierig; plezant; behaaglijk; geschikt; bekwaam; capabel; competent; lief; zoet; braaf; voorbeeldig; deugdzaam; akkoord; in orde; mee eens; deskundig; vakkundig; vakbekwaam; oordeelkundig; ter zake kundig; product
- live: leven; wonen; verblijven; logeren; resideren
- living: levend; in leven; verblijven; gevestigd; woonachtig; zetelend; woonkamer; huiskamer; zitkamer