English
Detailed Translations for government minister from English to Dutch
government minister: (*Using Word and Sentence Splitter)
- govern: controleren
- government: overheid; autoriteiten; openbaar gezag; rijksbestuur; regering; gezag; kabinet; gouvernement; regime; bewind; staatsbestel; regeringsstelsel; staatsbestuur; landsregering; bestuursapparaat; regeringsapparaat
- minister: minister; voorganger; dominee; predikant; prediker; pastor; geestelijke; broeder; bedienaar van de godsdienst
government minister:
Translation Matrix for government minister:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | minister |