Summary
English to Dutch: more detail...
-
granddaddy:
-
Wiktionary:
granddaddy → opa, bompa -
Synonyms for "granddaddy":
grandfather; gramps; granddad; grandad; grandpa; grandparent
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for granddaddy from English to Dutch
granddaddy: (*Using Word and Sentence Splitter)
- grand: geweldig; uitstekend; fantastisch; schitterend; groots; voortreffelijk; magnifiek; grandioos; uitnemend; aanzienlijk; trots; indrukwekkend; deftig; fier; statig; plechtig; nobel; vorstelijk; majestueus; parmantig; parmant; plechtstatig; fenomenaal; puik; imposant; imponerend; ontzagwekkend; voornaam; vooraanstaand; gedistingeerd; royaal
- daddy: papa; pa; paps
granddaddy:
Translation Matrix for granddaddy:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | gramps; grandad; granddad; grandfather; grandpa |
Synonyms for "granddaddy":
Related Definitions for "granddaddy":
Wiktionary Translations for granddaddy:
External Machine Translations: