Summary
English
Detailed Translations for gunplay from English to Dutch
gunplay: (*Using Word and Sentence Splitter)
- gun: geweer; pistool; wapen; strijdmiddel; stuk; kanon; gewichtstuk; vuurwapen; schietwapen
- play: spelen; doen alsof; toneelspelen; zich aanstellen; marge; speling; speelruimte; stuk; drama; toneelstuk; schouwspel; spel; wedstrijd; partij; pot; strijd; concours; bespelen; potje; gespeel; kinderspel; partijtje; wedstrijdje; stoeien; dollen; ravotten; zich uitleven; wild spelen; wild rennen; afspelen; capriool
- Play: Afspelen
gunplay:
Translation Matrix for gunplay:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | gunfight; shootout |