Summary
English to Dutch: more detail...
-
half-slip:
The word half-slip exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "half-slip":
petticoat; underskirt; undergarment; unmentionable
-
Synonyms for "half-slip":
English
Detailed Translations for half-slip from English to Dutch
half-slip: (*Using Word and Sentence Splitter)
- half: half; tweede; helft; middenspeler; halfspeler
- slip: onderbroek; slip; slipje; slippen; uitglijden; glijden; glippen; glibberen; uitschuiven; uitschieten; wegschieten; onderuitgaan; uitglibberen; overtrek; ontglippen; ontschieten; ontvallen; per ongeluk zeggen; fout; vergissing; abuis; dwaling; wegglippen; floepen; misslag; misgreep; onderjurk; verspreking; blunder; domheid; flater; giller; strompelen; spreekfout; glooiing; glooiingshoek
half-slip:
Translation Matrix for half-slip:
| Noun | Related Translations | Other Translations |
| - | petticoat; underskirt |
Synonyms for "half-slip":
Related Definitions for "half-slip":
External Machine Translations: