English
Detailed Translations for head start from English to Dutch
head start: (*Using Word and Sentence Splitter)
- head: hoofd; bol; hoofd van een mens; baas; chef; voorman; werkbaas; kop; kopzin; hoofdeinde; opperhoofd; stamhoofd; hoofdleider; hoofdman; krop; opeengepakte bladeren; knotten
- start: begin; inzet; opening; start; aanvang; beginnen; starten; aanvangen; van start gaan; ondernemen; aangaan; initiatief; aanzet; aanknopen; aanbinden; aanbreken; een begin nemen; inzetten; intreden; op gang komen; inschakelen; aanzetten; aanmaken; aandoen; inluiden; uitgeven; lanceren; op de markt brengen; openen; inleiden; verlaten; verdwijnen; heengaan; wegtrekken; afreizen; wegreizen; opstarten; opstijgen; omhoogkomen; opvliegen; van wal gaan; van wal steken
head start:
Translation Matrix for head start:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | start |