Translate industry from English to Dutch

Remove Ads

Summary

English to Dutch: more detail...

industry:
- industrie; tak van nijverheid; bedrijf; onderneming; firma; zaak; werkzaamheid; activiteit; bezigheid; bedrijvigheid; arbeid; nijverheid; ijverigheid; werklust; ijver; vlijt; noestigheid; naarstigheid; vlijtigheid
Wiktionary:
- industry → nijverheid, industrie, sector, werklust

English

Detailed Translations for industry from English to Dutch

industry:

industry [the ~] noun

the industry (sector of industry; branch of industry)
de industrie; tak van nijverheid
- industrie [de ~ (m)] noun
- tak van nijverheid [znw.] noun
the industry (company; business; enterprise; firm; concern; shop)
het bedrijf; de onderneming; de firma; de zaak
- bedrijf [het ~] noun
- onderneming [de ~ (v)] noun
- firma [de ~] noun
- zaak [de ~] noun
the industry (activity; diligence; bustle; zeal)
de werkzaamheid; de activiteit; de bezigheid; de bedrijvigheid; de arbeid
- werkzaamheid [de ~ (v)] noun
- activiteit [de ~ (v)] noun
- bezigheid [de ~ (v)] noun
- bedrijvigheid [de ~ (v)] noun
- arbeid [de ~ (m)] noun
the industry (assiduity; diligence; fervour; diligentness; zeal; industriousness; fervor)
de nijverheid; ijverigheid; de werklust; de werkzaamheid; de ijver; de vlijt; noestigheid; naarstigheid; vlijtigheid
- nijverheid [de ~ (v)] noun
- ijverigheid [znw.] noun
- werklust [de ~ (m)] noun
- werkzaamheid [de ~ (v)] noun
- ijver [de ~ (m)] noun
- vlijt [de ~] noun
- noestigheid [znw.] noun
- naarstigheid [znw.] noun
- vlijtigheid [znw.] noun

Translation Matrix for industry:

Noun	Related Translations	Other Translations
activiteit	activity; bustle; diligence; industry; zeal	Windows Workflow Foundation activity; activity; business activity; workflow activity
arbeid	activity; bustle; diligence; industry; zeal	chore; duties; job; labor; labour; task; work; working; workpiece
bedrijf	business; company; concern; enterprise; firm; industry; shop	business; business activity; commercial enterprise; company; concern; cooperation; corporation; employment; enterprise; firm; house; occupation; partnership; trading company; trading partnership; venture
bedrijvigheid	activity; bustle; diligence; industry; zeal	activity
bezigheid	activity; bustle; diligence; industry; zeal	action; activity; hobby; job; occupation; pastime; pursuit; work
firma	business; company; concern; enterprise; firm; industry; shop	business; company; concern; cooperation; corporation; enterprise; firm; house; partnership; trading partnership; venture
ijver	assiduity; diligence; diligentness; fervor; fervour; industriousness; industry; zeal	ambition; assiduousness; dedication; devotion; diligence; passion
ijverigheid	assiduity; diligence; diligentness; fervor; fervour; industriousness; industry; zeal
industrie	branch of industry; industry; sector of industry
naarstigheid	assiduity; diligence; diligentness; fervor; fervour; industriousness; industry; zeal
nijverheid	assiduity; diligence; diligentness; fervor; fervour; industriousness; industry; zeal
noestigheid	assiduity; diligence; diligentness; fervor; fervour; industriousness; industry; zeal
onderneming	business; company; concern; enterprise; firm; industry; shop	LORG; business; commercial enterprise; company; concern; cooperation; corporation; enterprise; firm; house; institution; large organization; partnership; trading association; trading company; trading group; trading partnership; type of business; venture
tak van nijverheid	branch of industry; industry; sector of industry
vlijt	assiduity; diligence; diligentness; fervor; fervour; industriousness; industry; zeal
vlijtigheid	assiduity; diligence; diligentness; fervor; fervour; industriousness; industry; zeal
werklust	assiduity; diligence; diligentness; fervor; fervour; industriousness; industry; zeal	drive; energy; gin; impetus; jenever; momentum; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness
werkzaamheid	activity; assiduity; bustle; diligence; diligentness; fervor; fervour; industriousness; industry; zeal	activity; capacity for work; energy; function; functionality; job; productivity; work; work force
zaak	business; company; concern; enterprise; firm; industry; shop	affair; article; bargain; business; business enterprise; case; commercial enterprise; deal; employment; gadget; good; issue; item; matter; object; occupation; point of discussion; question; shop; thing; transaction
-	diligence; industriousness; manufacture
Other	Related Translations	Other Translations
-	branch of business; branch of industry; business; industriousness

Related Words for "industry":

industries

Synonyms for "industry":

Related Definitions for "industry":

the organized action of making of goods and services for sale¹
- American industry is making increased use of computers to control production¹
persevering determination to perform a task¹
- frugality and industry are still regarded as virtues¹
the people or companies engaged in a particular kind of commercial enterprise¹
- each industry has its own trade publications¹

Wiktionary Translations for industry:

industry

noun

businesses that produce goods
- industry → nijverheid; industrie
businesses of the same type
- industry → sector
tendency to work persistently
- industry → werklust

industry

noun

Nijverheid
- industrie → industry
elk bedrijf waarbij grondstoffen worden verwerkt
- nijverheid → industry

External Machine Translations:

Related Translations for industry

Remove Ads

Translate industry from English to Dutch

Detailed Translations for industry from English to Dutch

industry:

industry [the ~] noun

the industry (sector of industry; branch of industry)

the industry (company; business; enterprise; firm; concern; shop)

the industry (activity; diligence; bustle; zeal)

the industry (assiduity; diligence; fervour; diligentness; zeal; industriousness; fervor)

Translation Matrix for industry:

Related Words for "industry":

Synonyms for "industry":

Related Definitions for "industry":

Wiktionary Translations for industry:

Related Translations for industry