Summary
English to Dutch: more detail...
-
laid-off:
The word laid-off exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "laid-off":
discharged; dismissed; fired; pink-slipped; unemployed
-
Synonyms for "laid-off":
English
Detailed Translations for laid-off from English to Dutch
laid-off: (*Using Word and Sentence Splitter)
- lay: plaatsen; zetten; leggen; neerleggen; neerzetten; deponeren; stationeren; wegleggen; aanbrengen; aanleggen; installeren; monteren en aansluiten
- off: uit; weg; vanaf deze plaats; klaar; gedaan; af; gereed; beëindigd; volbracht; fout; verkeerd; mis; foutief; ernaast; onjuist; ten onrechte; onwaar; eraf; ervandoor; ervantussen
laid-off:
Translation Matrix for laid-off:
| Adjective | Related Translations | Other Translations |
| - | discharged; dismissed; fired; pink-slipped |
Synonyms for "laid-off":
Related Definitions for "laid-off":
External Machine Translations: