Translate lake from English to Dutch

Summary

English to Dutch: more detail...

English

Detailed Translations for lake from English to Dutch

the lake (pond)
het meer
– grote waterplas, omgeven door land ¹
- meer [het ~] noun
  - we gaan naar het meer van Genève¹
het zoetwatermeer
- zoetwatermeer [het ~] noun
the lake (pond; pool)
de vijver; de poel; de plas
- vijver [de ~ (m)] noun
- poel [de ~ (m)] noun
- plas [de ~ (m)] noun
the lake
de meer
- meer [de ~ (m)] noun

lake

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• lake	→ meer	↔ See — ein stehendes Gewässer, das von Land umgeben ist
• lake	→ meer	↔ See — Namensbestandteil vieler Seen^[1]
• lake	→ meer; plas; waterplas	↔ lac — Étendue d’eau (1):