English
Detailed Translations for low-level from English to Dutch
low-level: (*Using Word and Sentence Splitter)
- low: dieptepunt; laagtepunt; laag; niet hoog; slecht; vals; kwaadwillig; met slechte intentie; gemeen; stiekem; sluw; achterbaks; geslepen; geraffineerd; loeien; geniepig; listig; leep; slinks; doortrapt; gewiekst; snood; uitgekookt; gehaaid; gluiperig; in het geniep; depressie; lage luchtdruk; laagterecord; laagstaand; laaghangend; diepterecord; emotionele crisis
- level: plan; niveau; stand; peil; waterpas; gelijk; vlak; strak; glad; plat; egaal; effen; geslepen; vlakuit; verdieping; etage; woonlaag; mate; graad; gradatie; gehalte; verrekenen; vereffenen; laag; geleding; echelon; gelijk trekken; gelijkmaken; nivelleren; vlak maken; afgraven; afgraving; effenen; afplatten; platmaken; dimensieniveau
low-level:
Translation Matrix for low-level:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | low-altitude; subordinate |