Summary
English to Dutch: more detail...
-
measuring stick:
The word measuring stick exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "measuring stick":
measure; measuring rod; measuring instrument; measuring system; measuring device
-
Synonyms for "measuring stick":
English
Detailed Translations for measuring stick from English to Dutch
measuring stick: (*Using Word and Sentence Splitter)
- measure: maatregel; voorziening; schikking; meten; peilen; opmeten; diepte bepalen; maat; mate; afmeting; grootte; omvang; formaat; dimensie; standaard; norm; maatstaf; beslissing; raadsbesluit; maatbeker; gematigdheid; matigheid; ingetogenheid; stemmigheid; maateenheid
- measuring: meting; opmeting; afmeten
- stick: plakken; kleven; vastlijmen; iets vastkleven; stok; staaf; staf; stang; baton; klitten; aan elkaar hangen; aaneenplakken; aan elkaar kleven; schacht; knuppel; knoet; vastlopen; haperen; stokken; blijven steken; blijven hangen; vast blijven hangen; lijmen; stagneren; pook; vastplakken; vastkleven; versnellingshandel; op hetzelfde niveau blijven; takje; loot; twijg; stam; phylum; samenplakken; vastkoeken; slaghout; hakhout; hockeystick; grijpen; pikken; jatten; graaien; grissen; wegkapen; snaaien; omhoogzitten
measuring stick:
Translation Matrix for measuring stick:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | measure; measuring rod |