English
Detailed Translations for moorland from English to Dutch
moorland: (*Using Word and Sentence Splitter)
- moor: aanleggen; vastmaken; vastbinden; meren; aanmeren; afmeren; vastmeren; verankeren; heide; hei; heidecultuur; heidegrond; heidevlakte; vastleggen; aan een touw vastleggen; heideveld
- land: land; landmassa; landen; neerkomen; op de grond komen; afdalen; neerdalen; naar beneden komen; naar beneden dalen; omlaagkomen; raken; treffen; terechtkomen; eindigen; aflopen; teneindelopen; op zijn pootjes terechtkomen
- Moor: Moor
- Åland: Åland
moorland:
Translation Matrix for moorland:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | moor |