Home ->Dictionaries ->English/Dutch ->Translate morals

Translate morals from English to Dutch

Summary

English to Dutch: more detail...

morals:
- omgangsvormen; manieren; fatsoen
Wiktionary:
- morals → zedenkunde, zedenleer
- morals → moraliteit, moraal, zedenkunde, zedenleer

English

Detailed Translations for morals from English to Dutch

morals:

morals [the ~] noun

the morals (manners)
de omgangsvormen; de manieren; het fatsoen
- omgangsvormen [de ~] noun, plural
- manieren [de ~] noun, plural
- fatsoen [het ~] noun

Translation Matrix for morals:

Noun	Related Translations	Other Translations
fatsoen	manners; morals	becomingness; civility; courtesy; courtliness; decency; etiquette; gallantry; gentility; good breeding; good manners; manners; propriety; respectability; seemliness
manieren	manners; morals
omgangsvormen	manners; morals
-	ethical motive; ethics; morality

Synonyms for "morals":

ethical motive; ethics; morality; motivation; motive; need

Related Definitions for "morals":

motivation based on ideas of right and wrong¹

Wiktionary Translations for morals:

morals

noun

de studie van welk gedrag aanvaardbaar of niet aanvaardbaar geacht wordt
- zedenkunde → ethic; ethics; morals
de leer van de gezamenlijke plichten der zedelijke wezens
- zedenleer → ethic; ethics; morals

Cross Translation:

From	To	Via
• morals	→ moraliteit; moraal; zedenkunde; zedenleer	↔ morale — philosophie\|fr science de la séparation du bien et du mal.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University