English
Detailed Translations for odd-job man from English to Dutch
odd-job man: (*Using Word and Sentence Splitter)
- odd: anders; verschillend; afwijkend; anderszins; oneven; raar; uniek; zeldzaam; uitzonderlijk; zelden; schaars; ongewoon; ongemeen; vreemd; merkwaardig; curieus; bijzonder; apart; bizar; excentriek; zonderling; buitenissig; gek; idioot; gestoord; zot; achterlijk; maf; krankzinnig; geschift; mesjogge; stupide; krankjorum; niet goed snik; idioterig; eigenaardig; typisch; mal; dwaas; uitheems; vreemdsoortig
- job: baan; positie; job; dienstbetrekking; taak; inspanning; arbeid; bezigheid; werkzaamheid; ambacht; installatie; aanstelling; benoeming; werk; vak; beroep; functie; betrekking; ambt; werkplek; werkkring; klusje; karweitje; arbeidsplaats; baantje; aanvraag; contract
- man: man; gast; kerel; vent; gozer; knul; knakker; manspersoon; persoon; iemand; mens; wezen; individu; mensenkind; bemannen; goser; schijf; butler; kamerbediende; damschijf; kamerdienaar; herenknecht
odd-job man:
Translation Matrix for odd-job man:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | handyman; jack of all trades |