English
Detailed Translations for open fireplace from English to Dutch
open fireplace: (*Using Word and Sentence Splitter)
- open: open; openmaken; opendoen; openen; inleiden; toegankelijk; benaderbaar; genaakbaar; niet dicht; vrij; oprecht; openhartig; ronduit; vrijuit; onomwonden; vrijelijk; opendraaien; onverholen; onbewimpeld; openslaan; eerlijk; rechtschapen; starten; frank; inluiden; rechttoe; ontsluiten; ontgrendelen; openklappen; loskrijgen; open krijgen; beginnen; aanbreken; een begin nemen; losgaan; opengaan; gulweg; onbedekt; opengooien; onoverdekt; onverhuld; vrije ruimten; openwerpen
- fireplace: haard; stookplaats; haardstede; haardstee; stookgelegenheid; brandhaard; vuurhaard
open fireplace:
Translation Matrix for open fireplace:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | fireplace; hearth |