English
Detailed Translations for opening night from English to Dutch
opening night: (*Using Word and Sentence Splitter)
- open: open; openmaken; opendoen; openen; inleiden; toegankelijk; benaderbaar; genaakbaar; niet dicht; vrij; oprecht; openhartig; ronduit; vrijuit; onomwonden; vrijelijk; opendraaien; onverholen; onbewimpeld; openslaan; eerlijk; rechtschapen; starten; frank; inluiden; rechttoe; ontsluiten; ontgrendelen; openklappen; loskrijgen; open krijgen; beginnen; aanbreken; een begin nemen; losgaan; opengaan; gulweg; onbedekt; opengooien; onoverdekt; onverhuld; vrije ruimten; openwerpen
- opening: begin; inzet; opening; start; aanvang; gat; scheur; kloof; uitsparing; barst; groef; reet; inkeping; split; spleet; tussenruimte; ontsluiten; ontsluiting; openlegging; openstelling; bijt; wak; voorafgaand; voorgaand; inleidend; introducerend; openmaken; afzetmarkt; afzetgebied
- night: nacht
opening night:
Translation Matrix for opening night:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | curtain raising; opening |