English
Detailed Translations for overlie from English to Dutch
overlie: (*Using Word and Sentence Splitter)
- over: over; overheen; uit; klaar; afgelopen; af; voltooid; geëindigd; afgedaan; beëindigd; gepleegd; voorbij; gepasseerd; boven; bovenop; erboven; gedaan; gereed; gaar; doorgekookt; omver
- lie: liegen; jokken; leugen; bedrog; onwaarheid; afzetten; tillen; bedotten; voorliegen; voorjokken; liggen; gelegen zijn
overlie:
Translation Matrix for overlie:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | overlay |