English
Detailed Translations for peace-loving from English to Dutch
peace-loving: (*Using Word and Sentence Splitter)
- peace: vrede; vredestijd; rust; kalmte; vredigheid
- love: liefde; genegenheid; innigheid; houden van; liefhebben; schat; schatje; lieve; liefste; liefje; poepje; schattebout; snoes; scheetje; duifje; beminde; lieverd; lieveling; snoepje; beminnen; minnen; vriendin; geliefde; vrijen; liefkozen; de liefde bedrijven; minnekozen; bevallen; gelieven; aanstaan; plezieren; behagen; kindlief
- loving: liefdevol; liefderijk; liefhebbend
peace-loving:
Translation Matrix for peace-loving:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | peaceable |