English
Detailed Translations for penny-pinching from English to Dutch
penny-pinching: (*Using Word and Sentence Splitter)
- penny: cent; duit
- pinch: knijpen; kneep; drukken; knellen; afnemen; stelen; wegnemen; plunderen; ontnemen; kapen; vervreemden; toeëigenen; jatten; roven; ontvreemden; wegkapen; benemen; verdonkeren; snaaien; wegpakken; verdonkeremanen; achteroverdrukken; wegpikken; leegstelen; achterhouden; verduisteren; wegfutselen; afpakken; pikken; inpikken; ontfutselen; grissen; aftroggelen; gappen; bietsen; afsnoepen; strak zitten; vastknijpen; knijpbeweging
- pinching: aftroggelen; afsmeken; afbedelen
penny-pinching:
Translation Matrix for penny-pinching:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | parsimoniousness; parsimony; thrift | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | cheeseparing; close; near; skinny |
Synonyms for "penny-pinching":
Related Definitions for "penny-pinching":
External Machine Translations: