Translate regent from English to Dutch

English

Detailed Translations for regent from English to Dutch

the regent (bookkeeper; administrator; accountant; trustee)
de administrateur; de beheerder; de boekhouder; de intendant; de referendaris
- administrateur [de ~ (m)] noun
- beheerder [de ~ (m)] noun
- boekhouder [de ~ (m)] noun
- intendant [de ~ (m)] noun
- referendaris [de ~ (m)] noun
the regent (incumbent; viceroy)
de plaatsbekleder; de stadhouder
- plaatsbekleder [de ~ (m)] noun
- stadhouder [de ~ (m)] noun
the regent (executor; trustee)
de curator; boedelredder
- curator [de ~ (m)] noun
- boedelredder [znw.] noun
the regent
de regentes
- regentes [de ~ (v)] noun
the regent (trustee)
de trustee
- trustee [de ~ (m)] noun

Noun	Related Translations	Other Translations
administrateur	accountant; administrator; bookkeeper; regent; trustee	administrator
beheerder	accountant; administrator; bookkeeper; regent; trustee	administrator; computer administrator; sysadmin; system administrator
boedelredder	executor; regent; trustee
boekhouder	accountant; administrator; bookkeeper; regent; trustee	accountant
curator	executor; regent; trustee	curator; guardian; tutor
intendant	accountant; administrator; bookkeeper; regent; trustee	quartermaster; supply officer
plaatsbekleder	incumbent; regent; viceroy
referendaris	accountant; administrator; bookkeeper; regent; trustee
regentes	regent
stadhouder	incumbent; regent; viceroy	governor; viceroy
trustee	regent; trustee
-	trustee

acting or functioning as a regent or ruler¹
- prince-regent¹
someone who rules during the absence or incapacity or minority of the country's monarch¹
members of a governing board¹

regent

noun