Summary
English to Dutch: more detail...
-
register:
- registreren; noteren; op schrift stellen; aantekenen; optekenen; boeken; inschrijven; aanmelden; aanmonsteren; vastleggen; opschrijven; opgeven; indexeren; registeren; index maken; subscriberen; intekenen; inboeken; zich aanmelden; zich melden; zich opgeven; kadastreren
- lijst; ledenlijst; register; hoofdboek; klapper; bevolkingsbureau; kiezerslijst; kiesregister; kiezersregister
-
Wiktionary:
- register → inschrijven, aanmelden, aantekenen, deponeren, registreren
- register → stem
- register → aanmelden, registreren, tekenen, ondertekenen, inschrijven, intekenen, plaatsen, aantekenen, boeken, vastleggen, bijboeken, vertegenwoordigen, staan voor, beschrijven, spelen, uitvoeren, voorspelen, betuigen, opperen, uitdrukken, uiten, uitspreken, verwoorden, zetten
English
Detailed Translations for register from English to Dutch
register:
-
to register (put in writing; record)
-
to register (sign on; engage)
-
to register (note down; book; record; note; write down; inscribe; list; enter into)
-
to register (subscribe; enroll; inscribe; enlist; give up; hand down; enter; book; enrol)
-
to register (index; indexate)
-
to register (enlist; subscribe; enroll; inscribe; enter; enrol)
-
to register (enter into)
-
to register (write down; declare; take down)
-
to register (enroll; subscribe; enlist; enrol)
-
to register (enrol for; report oneself; apply)
-
to register (survey; enter in the land registry)
-
to register
– To provide your name and contact information to an organization so that you can receive product information, updates, and special offers. 1 -
to register
– To automatically update the progression or output of work done outside of the application. 1
Conjugations for register:
present
- register
- register
- registers
- register
- register
- register
simple past
- registered
- registered
- registered
- registered
- registered
- registered
present perfect
- have registered
- have registered
- has registered
- have registered
- have registered
- have registered
past continuous
- was registering
- were registering
- was registering
- were registering
- were registering
- were registering
future
- shall register
- will register
- will register
- shall register
- will register
- will register
continuous present
- am registering
- are registering
- is registering
- are registering
- are registering
- are registering
subjunctive
- be registered
- be registered
- be registered
- be registered
- be registered
- be registered
diverse
- register!
- let's register!
- registered
- registering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the register (membership register; list; membership roll)
-
the register (index; file)
-
the register (registry office; registrer's office)
het bevolkingsbureau -
the register (list of voters; electoral roll; membership roll)
-
the register
– A set of bits of high-speed memory within a microprocessor or other electronic device, used to hold data for a particular purpose. Each register in a central processing unit is referred to in assembly language programs by a name such as AX (the register that contains the results of arithmetic operations in an Intel 80x86 processor) or SP (the register that contains the memory address of the top of the stack in various processors). 1
Translation Matrix for register:
Related Words for "register":
Synonyms for "register":
Related Definitions for "register":
Wiktionary Translations for register:
register
Cross Translation:
verb
register
-
to enter in a register
- register → inschrijven
verb
-
zich opgeven
-
opschrijven
-
registreren zodat het niet door een ander gebruikt kan worden
-
een lidmaatschap of deelnemerschap schriftelijk vastleggen
-
vastleggen in een register
-
een orgelregister
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• register | → aanmelden | ↔ anmelden — sich eintragen lassen |
• register | → registreren | ↔ registrieren — in ein Register eintragen |
• register | → tekenen; ondertekenen; inschrijven; intekenen; plaatsen | ↔ zeichnen — (transitiv) unterzeichnen |
• register | → aantekenen; boeken; registreren; vastleggen | ↔ enregistrer — mettre, écrire quelque chose sur un registre, ou seulement en prendre note. |
• register | → boeken; bijboeken; inschrijven; registreren | ↔ inscrire — écrire le nom de quelqu’un, ou prendre note, faire mention de quelque chose sur un registre, sur une liste, etc. |
• register | → vertegenwoordigen; staan voor; beschrijven; spelen; uitvoeren; voorspelen; betuigen; opperen; uitdrukken; uiten; uitspreken; verwoorden; zetten | ↔ représenter — présenter de nouveau. |