Summary
English to Dutch: more detail...
-
reverse:
- tegenovergestelde; omgekeerde; tegenslag; moeilijkheden; ongeluk; rampspoed; tegenspoed; malheur; pech; onheil; ramp; ellende; terugslagen; onspoed; achterkant; rugzijde; ommezijde; achterzijde; keerzijde; terugslag; onaangename zijde; tegendeel
- omzetten; converteren; verwisselen; omkeren; iets omdraaien; herroepen; terugkomen op; intrekken; terugnemen; zijn woorden terugnemen
- terug; achterwaarts; achteruit; naar achter; rugwaarts; naar achteren; achteren
-
Wiktionary:
- reverse → achteruit
- reverse → storneren
- reverse → achterkant, rugzijde, kantelen, omgooien, omkeren, omvergooien, ten val brengen, draaien, keren, omdraaien, ronddraaien, wenden, wentelen, zwenken, retourneren, terugbezorgen, terugsturen, terugwijzen, heruitzenden, mengen, mixen, temperen, vermengen, verwarren, wassen
English
Detailed Translations for reversed from English to Dutch
reversed:
Translation Matrix for reversed:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | converse; transposed | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | inverted; turned inside out; turned round; turned upside down; upside down; upside-down |
Synonyms for "reversed":
Related Definitions for "reversed":
reversed form of reverse:
-
the reverse
-
the reverse (adversity; misfortune; trouble; bad luck)
de tegenslag; de moeilijkheden; het ongeluk; de rampspoed; de tegenspoed; het malheur; de pech; het onheil; de ramp; de ellende; terugslagen; onspoed -
the reverse (otherside; flipside)
-
the reverse (calamity; accident; disaster; adversity; misery; misfortune; tribulation; trouble; destitution; bad luck; squalor; misère; evil)
-
the reverse (back; rear side)
-
the reverse (other side; drawback; seamy side)
-
the reverse (contrary; opposite; antipole)
Conjugations for reverse:
present
- reverse
- reverse
- reverses
- reverse
- reverse
- reverse
simple past
- reversed
- reversed
- reversed
- reversed
- reversed
- reversed
present perfect
- have reversed
- have reversed
- has reversed
- have reversed
- have reversed
- have reversed
past continuous
- was reversing
- were reversing
- was reversing
- were reversing
- were reversing
- were reversing
future
- shall reverse
- will reverse
- will reverse
- shall reverse
- will reverse
- will reverse
continuous present
- am reversing
- are reversing
- is reversing
- are reversing
- are reversing
- are reversing
subjunctive
- be reversed
- be reversed
- be reversed
- be reversed
- be reversed
- be reversed
diverse
- reverse!
- let's reverse!
- reversed
- reversing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
reverse (backwards; return; back)
terug; achterwaarts; achteruit; naar achter; rugwaarts; naar achteren-
terug adv
-
achterwaarts adj
-
achteruit adv
-
naar achter adj
-
rugwaarts adj
-
naar achteren adj
-
-
reverse (backwards)
Translation Matrix for reverse:
Related Words for "reverse":
Synonyms for "reverse":
Antonyms for "reverse":
Related Definitions for "reverse":
Wiktionary Translations for reverse:
reverse
Cross Translation:
noun
reverse
-
gear
- reverse → achteruit
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• reverse | → achterkant; rugzijde | ↔ Rückseite — die hintere Seite |
• reverse | → kantelen; omgooien; omkeren; omvergooien; ten val brengen | ↔ renverser — Traductions à trier suivant le sens |
• reverse | → draaien; keren; omdraaien; ronddraaien; wenden; wentelen; zwenken; retourneren; terugbezorgen; terugsturen; terugwijzen; heruitzenden; mengen; mixen; temperen; vermengen; verwarren; wassen; omkeren | ↔ retourner — aller de nouveau en un lieu. |
External Machine Translations: