Summary
English
Detailed Translations for right-down from English to Dutch
right-down: (*Using Word and Sentence Splitter)
- right: goed; correct; juiste; recht; gerechtigheid; rechts; gelijk; waar; precies; juist; uitgerekend; kloppend; akkoord; in orde; mee eens; zoëven; eerlijk; fair; geschikt; passend; gepast; geëigend; rechtsaf; rechtsom
- down: dons; nesthaar; beneden; af; neer; omlaag; naar beneden; onderuithalen; tekkelen; onderuit; omver; van onderen; kapok
right-down:
Translation Matrix for right-down:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | absolute; downright; out-and-out; rank; sheer |