English
Detailed Translations for running play from English to Dutch
running play: (*Using Word and Sentence Splitter)
- run: rennen; hardlopen; lopen; stromen; loop; hardloopwedstrijd; beheren; besturen; administreren; aanval; offensief; run; bestorming; stormloop; attaque; stormaanval; racen; hollen; sprinten; pezen; draven; hard rennen; gaan; zich begeven; vloeien; in stralen lopen; vervagen; vervloeien; in elkaar overlopen; ladder; stormlopen; runs; ladder in kous; ladderen; gutsen; gulpen; in stromen neerstorten
- running: lopen; geloop; lopend; hardlopen; hollen; snellen; zich snel voortbewegen; rennen; geren; doorlopend; doorgaand; goedlopend; goeddraaiend; snellopend; hardlopend
- Play: Afspelen
- play: spelen; doen alsof; toneelspelen; zich aanstellen; marge; speling; speelruimte; stuk; drama; toneelstuk; schouwspel; spel; wedstrijd; partij; pot; strijd; concours; bespelen; potje; gespeel; kinderspel; partijtje; wedstrijdje; stoeien; dollen; ravotten; zich uitleven; wild spelen; wild rennen; afspelen; capriool
running play:
Translation Matrix for running play:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | run; running; running game |