English
Detailed Translations for safebreaker from English to Dutch
safebreaker: (*Using Word and Sentence Splitter)
- safe: veilig; kluis; safe; bewaarkluis; brandkast; blij; vrolijk; wakker; levendig; zonnig; opgewekt; opgeruimd; kleurig; geestig; opgetogen; uitgelaten; fleurig; monter; lustig; dartel; jolig; kwiek; blijmoedig; fideel; welgemoed; blijgeestig
- break: breken; stukbreken; aan stukken breken; pauze; onderbreking; tussenpoos; breuk; fractuur; kapot maken; slechten; rustpauze; verpozing; rust; rusttijd; rustpoos; moeren; kapotmaken; mollen; in stukken breken; kapotbreken; uitbreken; ontsnapping; uitbraak; ontvluchting; inslaan; verbrijzelen; kapotslaan; stukslaan; aan stukken slaan; met opzet kapotmaken; lunch; middagpauze; lunchpauze; lunchtijd; schafttijd; schaftuur; kapotgaan; stukgaan; speelkwartier; onklaar raken; knakken; ingooien; lichten; licht worden; zich misdragen
- breaker: golf; roller; breker; schender
safebreaker:
Translation Matrix for safebreaker:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | cracksman; safecracker |
Synonyms for "safebreaker":
Related Definitions for "safebreaker":
External Machine Translations: