English
Detailed Translations for seize with teeth from English to Dutch
seize with teeth: (*Using Word and Sentence Splitter)
- seize: pakken; vangen; grijpen; vatten; klauwen; verstrikken; kopen; verwerven; eigen maken; in beslag nemen; confisqueren; verkrijgen; te pakken krijgen; iets bemachtigen; veroveren; klemmen; knellen; omklemmen; aanpakken; ingrijpen; zich bedienen; toetasten; toegrijpen; betrappen; snappen; aanhouden; oppakken; arresteren; gevangennemen; inrekenen; pikken; jatten; graaien; grissen; wegkapen; snaaien; bemachtigen; buitmaken; vastpakken; vastklampen; aanklampen; beetpakken; beetgrijpen; verbeurdverklaren; bevangen
- with: met; overeenkomstig; ingevolge
- teeth: tanden; gebit; alle tanden en kiezen; tanden krijgen
- tooth: tand
seize with teeth:
Translation Matrix for seize with teeth:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | bite |