English
Detailed Translations for sharp-set from English to Dutch
sharp-set: (*Using Word and Sentence Splitter)
- sharp: scherp; spits; bijdehand; raak; gevat; adrem; snedig; scherpgerand; vlijmscherp; vlijmend; gemeen; stiekem; sluw; achterbaks; geslepen; geraffineerd; geniepig; listig; leep; slinks; doortrapt; gewiekst; snood; uitgekookt; gehaaid; gluiperig; toegespitst; messcherp; spitsig; spitsvormig; slim; kien; schril; snijdend; op afgebeten toon; intelligent; pienter; schrander; kwaad; bitter; giftig; woedend; puntig; uitgeslapen; nijdig; zeer boos; scherp gepunt; snugger
- set: plaatsen; zetten; leggen; neerleggen; neerzetten; deponeren; stationeren; set; strakgespannen; bepaalde hoeveelheid; wedstrijd; partij; pot; strijd; concours; koppel; stel; span; inklinken; groep van twee of meer; ondergaan; strak; situeren; zinken; star; zich afspelen; verstard; onder water gaan; groep; hoop; troep; bende; initiëren; op gang brengen; accumulatie; samenscholing; synchroniseren; gelijkzetten; manche; onderonsje; kliek; stremmen; stijf worden; benoemde set
sharp-set:
Translation Matrix for sharp-set:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | esurient; famished; ravenous; starved |