Summary
English to Dutch: more detail...
-
slipstick:
The word slipstick exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "slipstick":
slide rule; analog computer; analogue computer
-
Synonyms for "slipstick":
English
Detailed Translations for slipstick from English to Dutch
slipstick: (*Using Word and Sentence Splitter)
- slip: onderbroek; slip; slipje; slippen; uitglijden; glijden; glippen; glibberen; uitschuiven; uitschieten; wegschieten; onderuitgaan; uitglibberen; overtrek; ontglippen; ontschieten; ontvallen; per ongeluk zeggen; fout; vergissing; abuis; dwaling; wegglippen; floepen; misslag; misgreep; onderjurk; verspreking; blunder; domheid; flater; giller; strompelen; spreekfout; glooiing; glooiingshoek
- stick: plakken; kleven; vastlijmen; iets vastkleven; stok; staaf; staf; stang; baton; klitten; aan elkaar hangen; aaneenplakken; aan elkaar kleven; schacht; knuppel; knoet; vastlopen; haperen; stokken; blijven steken; blijven hangen; vast blijven hangen; lijmen; stagneren; pook; vastplakken; vastkleven; versnellingshandel; op hetzelfde niveau blijven; takje; loot; twijg; stam; phylum; samenplakken; vastkoeken; slaghout; hakhout; hockeystick; grijpen; pikken; jatten; graaien; grissen; wegkapen; snaaien; omhoogzitten
- slips: blunders; flaters; misstappen; dwalingen; spreekfouten
- tick: merken; aankruisen; aanstippen; tippen; aantippen; getik; klokgetik; het tikken van de klok; aanroeren; even aanraken; teek
slipstick:
Translation Matrix for slipstick:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | slide rule |