Summary
English
Detailed Translations for standoff from English to Dutch
standoff: (*Using Word and Sentence Splitter)
- stand: stand; kraam; stalletje; stand op jaarbeurs; voet; poot; onderstel; staander; houding; thema; positie; bewering; stellingname; standpuntbepaling; dragen; volhouden; uithouden; harden; dulden; uitzingen; sokkel; voetstuk; zuilvoet; mening; idee; inzicht; standpunt; visie; oordeel; opvatting; lezing; interpretatie; opinie; denkbeeld; zienswijze; gezichtspunt; velen; verdragen; doorstaan; verteren; verduren; doorleven; mat; onderzetter; matje; onderlegger; placemat; tafelmatje; kraampje; driepoot; getuigenbank; staan
- off: uit; weg; vanaf deze plaats; klaar; gedaan; af; gereed; beëindigd; volbracht; fout; verkeerd; mis; foutief; ernaast; onjuist; ten onrechte; onwaar; eraf; ervandoor; ervantussen
standoff:
Translation Matrix for standoff:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | draw; repulsion; tie |