English
Detailed Translations for starring from English to Dutch
starring: (*Using Word and Sentence Splitter)
- star: ster; diva; taai; stug; onverzettelijk; onbuigzaam; stijfkoppig; strak; star; verstard; vedette; uitblinker
- ring: ring; soort sieraad; bellen; aanbellen; piste; wielerbaan; rondje; cirkel; kring; opbellen; telefoontje plegen; iemand opbellen; ketting; keten; snoer; aaneenschakeling; telefoneren; door de telefoon praten; bonzen; kringel; kringvormig; overgaan; luiden; telefoontje; belletje; beieren; telefonisch bericht; cirkelvorm; kringen vormen
starring:
Translation Matrix for starring:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | leading; prima; star; stellar |