English
Detailed Translations for stop consonant from English to Dutch
stop consonant: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Stop: Stoppen
- stop: tegenhouden; stopzetten; tot staan brengen; stoppen; remmen; afremmen; opgeven; ophouden; staken; uitscheiden; ermee uitscheiden; vertraging; oponthoud; halte; stopplaats; halteplaats; inhouden; besluiten; beslissen; stilstaan; blijven staan; stilhouden; halt houden; afzetten; stilzetten; tot stilstand brengen; halt; vastlopen; haperen; stokken; blijven steken; weerhouden; beletten; afhouden; stillen; stelpen; ervanaf houden; tegenwerken; dichten; dwarsbomen; dwarsliggen; gaten stoppen; vertragen; temporiseren; halthouden
- consonant: medeklinker
stop consonant:
Translation Matrix for stop consonant:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | occlusive; plosive; plosive consonant; plosive speech sound; stop |
Synonyms for "stop consonant":
Antonyms for "stop consonant":
Related Definitions for "stop consonant":
Wiktionary Translations for stop consonant:
stop consonant
noun
-
een medeklinker die geproduceerd wordt met een volledige obstructie ergens in het spraakkanaal
External Machine Translations: